NX met A-relais

laatste update 9 maart 2019

Pasted Graphic
A-Relais, foto Mark Hauer

In NX beveiligingen zijn er twee soorten circuits. De eerste bevat de A- of J -relais met de circuits die de commando’s van het bedieningstableau overnemen, rijwegen selecteren en signaleringen terugontvangen en aan het tableau doorgeven. De tweede hoofdgroep bevat de B-relais met de veiligheidscircuits die de commando's aan de veiligheidseisen toetsen en daarna zo mogelijk uitvoeren door wissels en seinen te sturen en de stand van de wissels en seinen inlezen en terugmelden.

Bij de NX beveiligingen onderscheiden we twee generaties niet fail-safe relais die werden toegepast in de voorbereiding en voltooingscircuits. De oudere generatie werkte met A-relais en de nieuwerere generatie op basis van de J-relais.

Dit cursusboek beschrijft de werking van de NX met A-relais.

Bij de eerste vergelijking met voorgaande generaties beveiligingssystemen vallen al direct kenmerkende verschillen op, zowel in uiterlijk als in werking. De NX-beveiliging is gebaseerd op een systeem waarbij alle controles langs elektrische weg geschieden. Ook worden de aan de wissel en seinen te geven commando’s langs deze weg verstrekt en vinden de onderlinge uitsluitingen tussen sein en wissels en tussen seinen onderling eveneens geheel d.m.v. relaiscontacten plaats. De seinen zijn daglichtseinen en de wissels worden bediend door elektrische NSE-wisselstellers.
De voordelen ten opzichte van voorgaande generaties beveiliging zijn o.a. dat de wissels in een rijweg direct na het berijden door de trein sectiegewijs vrijkomen en dus direct na het vrijkomen weer bediend kunnen worden voor een volgende treinbeweging.
Alle sporen zijn in beide rijrichtingen te gebruiken en door de automatisering van de rijweginstelling wordt de treinfrequentie verhoogd.
De veiligheid werd verhoogd omdat nu alle treinbewegingen op seinen kunnen plaatsvinden (in Nederland kennen in tegenstelling tot vele andere spoorwegen we geen verschil meer tussen trein- en rangeerbewegingen, beide bewegingen geschieden met rijweginstelling en op seinen (met uitzondering van zgn. rangeergebieden). Omdat alle sporen geïsoleerd werden, d.w.z. van treindetectie t.b.v. de spoorvrijmelding voor zien, werd het “trekken” van een wissel onder de trein voorkomen.
Uiteraard werd de bediening van een station geconcentreerd op één seinpost, zodat meer overzicht ontstond en personeelsbesparingen mogelijk waren.
Meer informatie is te vinden in het oranje cursusboek NX beveiliging met A-relais.

Laatste aanpassing 5 augustus 2023