Rijtoestemming



Rijtoestemming of autorisatie is de functie die de toestemming om te rijden, inclusief de voorwaarden en de beperkingen vanuit de beveiliging kenbaar maakt aan de (bestuurder van) de trein. Voorbeelden van de functievervullers zijn seinen en cabinesignalering.

Seinen


Seinen worden gebruikt als Mens Machine Interface om de toestemming om te rijden, inclusief de voorwaarden en de beperkingen vanuit de beveiliging kenbaar maakt aan de (bestuurder van) de trein. Seinen zijn de de functievervullers van de functie rijtoesteming of authorisatie. Voorbeelden hiervan zijn de functievervullers seinen en cabinesignalering.
 

Functie


Is het spoor veilig berijdbaar dan kan de machinist toestemming krijgen om te rijden over het voor hem bestemde spoorgedeelte. Deze toestemming kan worden gegeven of beperkt d.m.v.:
 
  • Met langs het spoor staande seinen en/of door cabinesignalering;
  • Mondeling c.q. schriftelijk, als regel wanneer door technische middelen geen volledige garantie op veilige berijdbaarheid kan worden gegeven.
  • Met geluidssignalen, de lichten van een trein, handsignalen, vlaggen etc.
 
De toestemming is beperkt tot de te berijden afstand en bevat aanwijzingen over de maximale rijsnelheid.

Functievervullers


 

Sein


Een spoorwegsein geeft de machinist of treinbestuurder van een trein opdrachten, toestemmingen en informatie. Seinen hebben de vorm van een wit of gekleurd licht, een bord, een beweegbare arm, lichten aan de voor- of achterzijde van een trein, geluidssignalen, gebaren, enzovoorts.
 
Met het woord sein wordt de het apparaat waarmee een sein gegeven wordt bedoeld. Gewoonlijk is dat een paal met één of meer lichten en/of borden. Het seinbeeld is het beeld dat het sein laat zien. Sommige seinen tonen altijd hetzelfde seinbeeld. Een voorbeeld is een bord.
 

Seinstelsel


Een seinstelsel is een samenhangend geheel van seinbeelden en de betekenis van de opdrachten c.q. rijstoestemmingen die ze geven. Kennis van een seinstelsel omvat naast de betekenissen van de seinbeelden ook de algemene principes, kenmerken en samenhang van de seinbeelden. Kennis van het seinstelsel maakt het mogelijk om seinbeelden beter te begrijpen, en hun mogelijkheden en beperkingen te doorzien.
 
We kennen bijvoorbeeld rijweg en snelheid seinstelsels. In een rijwegseinstelsel kan uit het seinbeeld afgeleid worden welke rijweg de trein na passeren van het sein zal volgen. De machinist moet dan op basis van de wegkennis de toegelaten snelheid voor zijn trein daaruit afleiden en zijn snelheid overeenkomstig aanpassen. In een snelheidsseinstelsel communiceert het sein met welke snelheid de trein het sein mag passeren en meestal ook welke snelheid bij het volgende sein bereikt moet zijn. In eerste instantie lijkt het er daarbij op dat wegkennis een minder belangrijke rol speelt, maar de machinist zal nog steeds moeten weten waar het (eerstvolgende) sein staat en het kunnen herkennen te midden van soms aanzienlijke visuele “vervuiling”. Zo was bijvoorbeeld bij het naderen van het station Schiedam vanuit de richting Delft erg lastig om een sein te identificeren te midden van een grote hoeveelheid gele natriumlampen langs de snelweg op de achtergrond.
 
In Nederland kenden we diverse seinstelsels met armseinen, mechanische seinen, bij de diverse spoorwegmaatschappijen, die uiteindelijk werden verenigd in het NS-seinstelsel. Met de invoering van de lichtseinen werden na de tweede wereldoorlog het zgn. seinstelsel ‘46 en daaropvolgend het seinstel ‘54 ingevoerd.
 

Seingeving Nederlands Spoorwegnet


Seingeving heeft ten doel het geven van aanwijzingen aan de machinist m.b.t. de veilige en efficiënte afwikkeling van het spoorwegverkeer; het bevordert de snelle afwikkeling van het verkeer en voorkomt onnodig stoppen en snelheid verminderen. Aanwijzingen voor de machinist worden gegeven door seinbeelden. Waar zowel seinen langs het spoor als cabineseingeving worden gegeven wordt met regelgeving bepaald, welke seingeving prevaleert. De seinbeelden geven informatie, die betrekking heeft op de voor de trein ingestelde en vastgelegde rijweg.
Het door ProRail toegepaste seinstelsel is een snelheidsstelsel; met borden wordt de maximale snelheid aangegeven, lichtseinen geven:
 
·      Toestemming om te rijden met de door borden aangegeven snelheid of eventueel een lagere;
·      Toestemming om de snelheid tot een aangegeven waarde op te voeren;
·      Opdracht om een bepaalde lagere snelheid aan te houden;
·      Opdracht om "op zicht" te rijden;
·      Een verbod om te rijden.
 
Er zijn drie aanwijzingen betreffende de snelheid:
 
1.     Vaste beperkingen;
2.     Variabele beperkingen;
3.     Tijdelijke snelheidsbeperkingen.
 
Elke aanwijzing vereist een afzonderlijk seinbeeld, het totaal van de seinbeelden wordt het seinstelsel genoemd.
 
ProRail heeft of gebruikt geen rangeerrijwegen of rangeerseinen. Alle rangeerbewegingen worden op dezelfde wijze behandeld als treinbewegingen. Wat in Nederland rangeren genoemd wordt, zijn bewegingen van rangeerdelen in begrensde gebieden, waarbinnen de beveiliging uitgeschakeld is en wissels door rangeerders met de hand bediend worden. Bij de meeste spoorwegen worden zgn. “dwergseinen”, laaggeplaatste seinen, gebruikt als rangeersein, in Nederland worden dwergseinen gebruikt in gebieden waar de maximumsnelheid 40 km/h is.
 
De met langs het spoor staande seinen gegeven opdrachten dienen bij het bereiken van het sein te worden opgevolgd. Een opgelegde snelheid vermindering moet worden opgevolgd wanneer het eerste spoorvoertuig van de trein dit sein bereikt heeft.
De bestuurder mag een door een sein toegestane snelheidsverhoging uitvoeren, nadat het laatste spoorvoertuig van de trein dit sein of het punt van toegestane snelheidsverhoging gepasseerd is. Een door een lichtsein of een ETCS-cabinesein gegeven gebod of toestemming geldt vanaf dit sein totdat de trein het volgende sein heeft bereikt of tot een ander ETCS-cabinesein wordt getoond. De bestuurder neemt hierbij geboden of toestemmingen van specifieke snelheidsborden in acht.
De door een ETCS-cabinesein aangegeven toegestane snelheid treedt indien in de ETCS FS-modus wordt gereden, in de plaats van de aangegeven toegestane snelheden door de seinen.
 
De inhoud en betekenis van de seinbeelden inclusief eventuele toepassingsbepalingen staan vermeld in de bijlage 4 van de Regeling Spoorverkeer, die door de overheid wordt vastgesteld.

Bronnen en links:
https://www.nicospilt.com/index_seinreglementen.htm
wetten en regels NL: Besluit en Regeling Spoorwegverkeer
Het rechtbankverhaal
Geschiedenis-nl
  • European Railway Signalling, IRSE textbook,. ISBN 0-7136-4167-3, chapter 4 Signals
 
Laatste aanpassing: 13 april 2023