Overlay Track Circuit
Ten behoeve van de aankondiging van een overweg op basis van spoorstroomlopen, moet voor elke rijrichting op een spoor een aankondiginssectie en afhankelijk van de schakeling meestal ook een middensectie aangebracht worden. De aankondigingssectie moet (in eerste benadering, de echte berekening van de aankondiging valt buiten dit kader) een lengte hebben die overeenkomt met de minimale gegarandeerde waarschuwingstijd bij baanvaksnelheid, de middensectie omspant het kruisingsvlak met de weg.
Dat vereist het aanbrengen van meer secties, ES-lassen etc. dan voor het blokstelsel op de vrije baan nodig zou zijn. Ook bij inbouw achteraf moeten soms complexe wijzigingen in de aanwezige sectie lay-out worden gemaakt, om te blijven voldoen aan de eisen voor polariteit etc. van aangrenzende secties.
Om aan die problematiek tegemoet te komen introduceerde een aantal spoorwegen de zogenaamde gesuperponeerde spoorstroomloop, meestal aangeduid als Overlay Track Circuit (OTC) of Short Track Cicuit (ShTC), die kunnen worden “gesuperponeerd” op bestaande spoorstroomlopen, zonder de werking daarvan te beïnvloeden.
Eenzelfde soort toepassing is het vaststellen van de aanwezigheid van een trein op een specifieke locatie,
als voor een bepaalde functie de medewerking door, of de aanwezigheid van een trein vereist is. Denk aan:
   Het vrijmaken van handwissels op de vrije baan (grendel).
   (Sein) Bediening bij nadering (de Slim sectie).
   Middensectie van een AKI of AHOB op een enkelspoor beveiliging
In het Engels wordt daarvoor wel de term “rail circuit” gebruikt, die dus niet moet worden verward met “track circuit”.
 
In Nederland wordt voor die aanwezigheidsdetectie (niet voor overwegbeveiliging) de GRS OTC, een korte toonfrequente spoorstroomloop, waarmee de aanwezigheid van een trein wordt vastgesteld, gebruikt. Een OTC moet niet worden verward met een gewone spoorstroomloop die juist gebruikt wordt om op veilige wijze vast te stellen dat een sectie vrij is. Een OTC kan in een gewone spoorstroomloop worden ingebouwd, het signaal wordt gesuperponeerd. De frequentie van de OTC is vrij hoog (10 kHz) ten opzichte van de 50 en 75 Hz spoorstroomlopen, er hoeven daardoor geen ES lassen voor ingebouwd te worden. Het Overlay Track Relay (OTR) trekt aan als zich een of meer assen in het werkingsgebied bevinden, daarmee gebruikt de OTC dus het werkstroomprincipe en is deze niet fail-safe. Voor meewerkingsfuncties is dat over het algemeen acceptabel, trekt het relais niet aan dan wordt bijv de grendel niet vrijgegeven. Voor het in- en ook voor het uitschakelen van de overweg is het dat niet.
 
Bronnen en links:
 
1.   European Railway Signalling, IRSE, chapter 2 train detection
2.   Gesuperponeerde spoorstroomloop tekst en schema's. NS Bedrijfsopleidingen, L37309.2 juni 1964, met dank aan NX Herleeft
Laatste aanpassing: 6 mei 2023