Keyboard Control Systeem


 
Nadat de plannen met de introductie van de AVL in Amsterdam waren mislukt duurde het even voordat NS weer aan de invoering van processor gebaseerde bediening- en beveiligingssystemen durfde te denken. De eerste stap in de richting van een geautomatiseerde procescontrole van de verkeerssturingsfunctie werd gezet in Rotterdam. Hier werd in 1980 toetsenbordbediening in gebruik genomen, het „Keyboard Control System” (KCS) ontwikkeld door/met Siemens. Bij deze installatie was het mogelijk om snel diverse voorgeprogrammeerde rijwegen in te stellen. Voor de zekerheid waren er bij aanvang ook nog de Integra geografische bedieningstableaus aan gebracht voor het geval de toetsenborden uit zouden vallen. Na enige jaren zijn deze tableaus verwijderd, omdat de nieuwe bedieningswijze zijn bedrijfszekerheid voldoende had aangetoond. De toetsenbordbediening was uitsluitend een vervanging van het bediening tableau. De sturing en beveiliging werden volledig door relais verzorgd. Daarmee bleef het bij NS gehanteerde principe van scheiding van bediening (niet fail-safe) en beveiliging (fail-safe) gehandhaafd, zelf tot op het niveau van de groepen die daaraan werkten, Is 6.14 voor de procescontrole en Is 6.11 voor de beveiliging.
 
Voor het eerst werden daarbij naast de gewone bediencommando’s voor het instellen en herroepen van rijwegen, N (Normaal), ROZ (Rijden Op Zicht voorheen BS, Bezet Spoor), A (Automatisch) en H (Herroepen), ook een vorm van verhindering rijwegen ingevoerd. Het was in KCS  mogelijk om sporen voor deze doelen te markeren, overeenkomstig een VHB die we nu kennen. Deze markeringen hadden als nadeel dat zij voor iedere in te stellen rijweg verwijderd dienden te worden en (na passage van de trein) weer opnieuw aangebracht.
 
De bediening vond plaats door het intoetsen van de seinnummers van het beginsein en het eindsein van de rijweg, indachtig het NX-principe, maar dat leidde tot problemen met het instellen van rijwegen zonder fysiek eindsein, zoals kopsporen en stopborden etc. Die kregen dan om de bediening mogelijk te maken ook een nummer toegekend. Hetzelfde geldt voor de toestemming voor het geven van de vrijgave rangeren en de toestemming voor het openen van een beveiligde brug op het emplacement.

Rotterdam CS-NX met KCS-29 mei 1980 j800px

Gedeelte interieur seinzaal Rotterdam CS. OP de voorgrond het bedieningstableau (niet in gebruik) en rechts daarvan het toetsenbord bediensysteem. Rotterdam 29 mei 1980. (c) foto NVBS Op de rails 48e jaargang 1980-SW

Toetsenbordbediening



Bij toetsenbordbediening zijn er één of meer bedieningskastjes met een aantal toetsen en vensters. Er is een numeriek toetsenbord voor de cijfers 0 t/m 9 en er zijn toetsen met andere opschriften. Verder is er een snelcodeertoetsenbord met 24 toetsen waarmee veel voorkomende commando’s in één keer in het werkvenster kunnen worden gebracht. Naast het werkvenster zijn er nog 10 buffervensters, zodat 10 commando’s alvast kunnen worden ingetoetst en opgeslagen. Met „pijltoetsen” kunnen gegevens van het werkvenster naar een buffervenster worden overgebracht of omgekeerd.

Rotterdam CS-toetsenbord 800px
Toetsenbord zoals gebruikt te Rotterdam. Midden boven 2 x 5 wachtvensters naast elkaar, daaronder links het Werkvenster. Onder de vensters het numerieke toetsenbord, links daarvan de snelcodeertoetsen. rechts de toetsen N. BS. A en H voor de rijweginstelling. In de wachtvensters bevinden zich de nummers van de vrijgave voor de 4 beweegbare bruggen over de Delfshavense Schie (met herhalingsgetal); in het werkvenster de rijweg van sein 128 naar sein 172. Rotterdam; 29 mei 1980 © NVBS, Op de Rails 48e jaargang december 1980-SW


Alle commando's beslaan uit een getal van drie cijfers dat moet worden ingetoetst met behulp van het numerieke toetsenbord of met een snelcodeertoets. Deze cijfers verschijnen dan in het werkvenster. Door daarna één der „uitvoeringstoetsen” te drukken, wordt hel commando aan de beveiliging doorgegeven. Kan het commando worden uitgevoerd dan verdwijnt het getal uit het werkvenster. Kan het commando niet worden uitgevoerd, dan klinkt een kort geluidssein en blijven de gegevens in het werkvenster staan. De in te toetsen getallen zijn de nummers van seinen, wissels, bruggen, vrijgave rangeren, rijrichtingen en seinen SR 304a (twee blauwe lampen). Nummers bestaande uit één of twee cijfers moeten driecijferig worden gemaakt door er nul(len) voor te plaatsen. Alleen bij rijweginstelling moeten twee getallen van elk drie cijfers worden ingetoetst: het nummer van het sein aan het begin van de rijweg en het nummer wan het sein aan het einde van de rijweg (of, wanneer daar geen bediend sein staat, het spoornummer). De uitvoeringstoetsen voor ede rijweginstelling dragen de bekende op¬schriften N. BS en A (als bij de keuzeknop- toestellen). Verder zijn er toetsen H (herroepen), GEVEN en TERUG (voor beweegbare bruggen en Vrijgave rangeren), LL, RL en WL VRIJ (voor wisselbediening; links- resp. rechtsleidend, wissel vrij voor rijweg-instellingen; analoog aan de drie mogelijke standen van de wisselsleutel), LS en RS ((voor wisselen van de rijrichting), BLB AAN en BLB UIT (sein SR 304a aan resp. uit).
De toetsenbordbediening heeft nog enkele mogelijkheden die niet aanwezig zijn bij de (geografische bedieningstoestellen. Genoemd werden al de opslag van commando's in de buffervensters en de snelcodeertoetsen. Verder is het mogelijk een hele route in één keer in te toetsen met het nummer van het sein aan het begin van die route en het nummer van het sein aan het einde. Door vervolgens herhaald de toets N of BS te drukken komt de route van sein tot sein tot stand (vergelijkbaar met het veel beperktere „doorkoppelen" bij sommige geografische bedieningstoestellen). Bij het intoetsen van een commando kan nog een herhalingsgetal (max. 9) worden meegegeven. Na uitvoering van dit commando gaan de ingetoetste gegevens automatisch naar een buffervenster en kunnen later worden teruggehaald naar het werkvenster om dit commando opnieuw te laten uitvoeren. Na iedere uitvoering van het commando wordt het herhalingsgetal 1 kleiner. Verder kan men wissels, seinen, rijrichtingen, eindnummers (= sporen), vrijgave rangeren, bruggen en seinen SR 304a onbedienbaar maken door drukken van de uitvoeringstoets MARK (nodig in verband met werkzaamheden). Het weer in dienst nemen geschiedt door het drukken van de toets DEMARK en deze ingedrukt houden totdat de toets VRIJ ook is gedrukt. Voor wissels zijn er aparte toetsen LL MARK en RL MARK voor de linksleidende en de rechtsleidende standen. Door herhaald de toets UITV MARK te drukken krijgt men een opgave van alle markeringen.
Bij de proef te Rotterdam waren er twee toetsenborden, twee geografische bedieningstoestellen en één signaleringstableau. De geografische bedieningstoestellen waren voor Rotterdam CS respectievelijk voor Schiedam-Rott. West, Delfshavense Schie, Westelijke splitsing, aansluiting ZHES en Hillegersberg aansluiting. Normaal werden deze gebieden ook met verschillende toetsenborden bediend en snelcodeertoetsen hadden daarop ook betrekking. Via elk numeriek toetsenbord kon men echter het gehele gebied bedienen. De geografische bedieningstoestellen werden normaal niet gebruikt en zijn later verwijderd.

KCS-systemen zijn niet meer in gebruik.

Bronnen en Links:
Elektronische Beveiliging bij de NS, Marnix Boetzelaer, Op de Rails 1995-3 pp 94-100
NVBS, Op de Rails 48e jaargang december 1980-SW  pp 40-41

Laatste aanpassing: 25 april 2023