Beheersing van het treinverkeer


Sturen van treinverkeer en Infra 2016 Klaas van Smeden
Sturing van treinverkeer en infra (Klaas van Smeden, 2016)


Beheersingssystemen worden gebruikt voor het regelen van het treinverkeer. Op basis van een vervoersaanbod, in het geval van spoorwegen gepubliceerd als spoorboekje, ontstaat een dienstregeling door het toevoegen van goederentreinen, dienstvervoer en extra treinen. Uit een jaarplan ontstaat zo een weekplan en tenslotte een dagplan. Onderdeel van die plannen vormt de inzet van materieel en personeel in zgn. omlopen. In de praktijk ontstaan door allerlei oorzaken afwijkingen t.o.v. de plannen, die de reiziger ervaart als vertragingen. Afwijkingen nopen tot bijregelen.

Om het plan te effectueren moeten de rijwegen voor treinen tot stand worden gebracht. Door middel van het aanwijzen van een begin en een eindpunt wordt een rijweg geselecteerd, eventueel moeten wissels en bruggen etc. worden bediend.

Een taak van de beheersingssystemen is natuurlijk ook het informeren van alle deelnemers in het proces, de reizigers, de bestuurders en de bedienaars over de actuele toestand in het proces en afwijkingen van het plan.

De beheersing van het treinverkeer werd vroeger hoofdzakelijk uitgevoerd door de treindienstleiders en de verkeersleiders. De verkeersleiders bewaakten de landelijke planningen van de treindienst, van het materieel en van het personeel. Deze planningen stonden op papier. De treindienstleiders verzorgden de instelling van de rijwegen op de emplacementen via een bedienings- en signaleringstableau. Bijna ieder emplacement had een eigen verkeersleidingspost met één of meerdere treindienstleiders. De verkeersleiders bevonden zich alleen op de posten van de grote emplacementen en stonden met elkaar in verbinding via de telefoon. Na de invoering van VPT vindt de beheersing van het treinverkeer plaats vanuit enkele posten, verdeeld over het hele land.
Verschillende medewerkers van ProRail Railverkeersleiding doen hier hun werk. Zij maken hierbij veel gebruik van verschillende computersystemen, die hen ondersteunen en in toenemende mate zelfs hun werk overnemen. Zo wordt getracht om het de treindienstleiders en de verkeersleiders zo gemakkelijk mogelijk te maken, zodat zij hun volle aandacht kunnen geven aan het oplossen van problemen als de werkelijkheid te veel afwijkt van de planning.

De systemen die ondersteuning bieden bij de beheersing van het treinverkeer zijn:
– VerKeersLeidingssystemen (VKL);
– PRocesLeidingssystemen (PRL);
– TreinNummerVolgsysteem (TNV);
– systemen voor de aanvoer van het lokaal en het landelijk plan.

Treinnummers volgen


Om treinen volgens dienstregeling te kunnen laten rijden, moeten we natuurlijk weten welke treinen waar zijn. Hiervoor maken we gebruik van een TreinNummer-Volgsysteem (TNV). In de treindienstregeling staan de treinen bekend onder fictieve treinnummers. Een trein die wordt ingezet voor een treindienst, krijgt dit fictieve nummer. Een treindienstleider geeft dit treinnummer op aan het treinnummer-volgsysteem aan het begin van de treindienst. Het treinnummer-volgsysteem koppelt vervolgens dit treinnummer aan de trein (spoorbezettingen) en blijft deze gedurende de gehele treindienst volgen. Het systeem doet dit aan de hand van de signaleringen die het binnenkrijgt van het sturingssysteem (wisselstanden en spoorbezetting van blokken). Via de grafische beeldschermen van treindienst- en verkeersleiding geeft het systeem de positie van de treinen door aan de treindienstleiders en aan de verkeersleiders.

Planning Landelijk plan


In het landelijk plan staan de gegevens die nodig zijn voor de verkeersleiding. Hierin staat onder andere de treindienstregeling op landelijk niveau. Dit houdt in dat voor elk knooppunt staat aangegeven hoe laat een trein aankomt en hoe laat de trein weer vertrekt. Dit is dus vergelijkbaar met het spoorboekje. Verder is in het landelijk plan zowel de materieelplanning als de personeelsplanning opgenomen. Hierin staat per locatie welk materieel en personeel waar aanwezig moet zijn.

Lokaal plan of Procesplan Rijwegen


Het lokaal plan bezit de treindienstregeling per emplacement. Dit plan is dan ook veel gedetailleerder dan het landelijk plan. In het lokaal plan staat voor elke trein vermeld hoe laat hij via welke rijweg binnen moet komen en hoe laat hij via welke rijweg weer moet vertrekken.

Procesleiding (PRL)


PRL is een hulpmiddel voor de treindienstleider voor de sturing van het treinverkeer op de emplacementen. Via PRL kan de treindienstleider dus rijwegen instellen. De treindienstleider stuurt het treinverkeer aan de hand van een elektronische treindienstregeling (ProcesPlan Rijwegen of lokaal plan). Deze bevat informatie over welke treinen (treinnummers) op welk tijdstip van het ene naar het andere spoor moeten. PRL bevat niet alleen deze plangegevens, zij kan ook zelf de rijwegen instellen. Dit proces wordt ook wel ARI (Automatische RijwegInstelling) genoemd. Op het moment dat een trein (met een treinnummer) binnen de verwachte tijdmarges aangekondigd wordt bij de post, stelt ARI de rijweg in voor het inrijden van het emplacement. Staat de trein nu voor het perron, dan zal ARI enige tijd voor het geplande tijdstip van vertrek de rijweg instellen voor het uitrijden van het emplacement. ARI doet niets op het moment dat de treindienst te veel afwijkt van de planning.
Als dat geval is het de taak van de treindienstleider om in te grijpen. Hij doet dit door de plangegevens tijdelijk aan te passen. Als de PRL afwijkingen van de treindienstregeling constateert, dan geeft het systeem deze door aan de verkeersleiding. De verkeersleiding zorgt er dan voor dat alle betrokken procesleiders op de hoogte worden gebracht van de vertragingen. Zij kunnen dan tijdig maatregelen nemen.

Verkeersleiding (VKL)


VKL is een hulpmiddel voor de verkeersleider om het treinverkeer door Nederland zo goed mogelijk te laten verlopen. VKL heeft de volgende functies:
– bewaken van de planning van het treinverkeer aan de hand van een tijd/weg-diagram (spoorboekje in grafische vorm);
– bewaken en bijstellen van de planning van materieel aan de hand van een materieelbalans;
– bewaken en bijstellen van de planning van machinisten en conducteurs aan de hand van een personeelsbalans;
– vaststellen van vertragingen;
– informeren van andere betrokken verkeersleiders in andere posten en van de treindienstleider in de post.


Bronnen en Links




Laatste aanpassing 14 juli 2023