Overlay Track Circuit

Definitie: Een spoorstroomloop die in of parallel aan een andere spoorstroomloop kan worden geïnstalleerd waarbij beide spoorstroomlopen onafhankelijk van elkaar en zonder wederzijdse beïnvloeding werken.


GRS Grendel met OTC advertentie

Soms moet een korte spoorstroomloop in een bestaande reeks spoorstroomlopen worden ingevoegd, met name als lokaal de aanwezigheid van een trein moet worden vastgesteld, om bepaalde bedienhandelingen etc. Toe te staan. Dek aan:

•   Het vrijmaken van handwissels op de vrije baan (grendel).
•   (Sein) Bediening bij nadering (de Slim sectie).
•   Middensectie van een AKI of AHOB op een enkelspoor beveiliging

Dat vereist het aanbrengen van meer secties, ES-lassen etc. dan voor het blokstelsel op de vrije baan nodig zou zijn. Ook bij inbouw achteraf moeten soms complexe wijzigingen in de aanwezige sectie lay-out worden gemaakt, om te blijven voldoen aan de eisen voor polariteit etc. van aangrenzende secties.

Om aan die problematiek tegemoet te komen introduceerde een aantal spoorwegen de zogenaamde gesuperponeerde spoorstroomloop, meestal aangeduid als Overlay Track Circuit (OTC) of Short Track Cicuit (ShTC), die kunnen worden “gesuperponeerd” op bestaande spoorstroomlopen, zonder de werking daarvan te beïnvloeden. In het Engels wordt daarvoor wel de term “rail circuit” gebruikt, die dus niet moet worden verward met “track circuit”.
 
OTC principe-squashed

In Nederland werd voor dit soort aanwezigheidsdetectie de GRS OTC, een korte toonfrequente spoorstroomloop, waarmee de aanwezigheid van een trein wordt vastgesteld, gebruikt.

De werking van de GRS OTC is als volgt: Een 10 kHz transistoroscillator zet door middel van een lijntransformator een 10 KHz signaal op het spoor. Wanneer een trein nadert binnen een afstand van ca 20m vanaf het aansluitpunt, loopt er voldoende stroom door de spoorstaven en de treinassen om een "spoorrelais" aan te laten trekken, dat aangetrokken blijft totdat de trein grofweg dezelfde of een iets grotere afstand voorbij het voedingspunt is gereden.

De ontvanger krijgt dus alleen een signaal binnen als het spoor ter plaatse van de aansluitkabels van de O.T.C. aan het spoor bezet is. Aan de uitgang van de ontvanger is een relais geschakeld dat aantrekt als het signaal binnenkomt, dus als het spoor bezet is. Dit is dus een schakeling volgens werkstroomprincipe en is daarom niet fail-safe. Voor meewerkingsfuncties op basis van treinaanwezigheid-detectie is dat over het algemeen acceptabel, trekt het relais niet aan dan wordt bijv. de grendel niet vrijgegeven. Een OTC kan dus niet gebruikt worden voor treindetectie-functies waarbij op fail-safe wijzen het spoor moet worden vrijgemeld.


Een OTC moet niet worden verward met een gewone spoorstroomloop die juist gebruikt wordt om op veilige wijze vast te stellen dat een sectie vrij is. Een OTC kan in een gewone spoorstroomloop worden ingebouwd, het signaal wordt gesuperponeerd. De frequentie van de OTC is vrij hoog (10 kHz) ten opzichte van de 50 en 75 Hz spoorstroomlopen, er hoeven daardoor geen ES lassen voor ingebouwd te worden. Het Overlay Track Relay (OTR) trekt aan als zich een of meer assen in het werkingsgebied bevinden, ca 5 meter vanaf de plek waar de OTC op de spoorstaven is aangesloten. De gebruikt dus OTC het werkstroomprincipe.

In Nederland worden voor dit soort aanwezigheidsdetectie ook wel eens massadetectielussen uit het wegverkeer, gebruikt. In de VS en Australie bestaan nog steeds moderne uitvoering van een OTC.

Bronnen en links:
 
  1. European Railway Signalling, IRSE, chapter 2 train detection
  2. Gesuperponeerde spoorstroomloop tekst en schema's. NS Bedrijfsopleidingen, L37309.2, juni 1963
  3. Oranje Cursusboek Automatisch Blokstelsel zonder Linkerspoorbeveiliging, hoofdstuk 3.4
  4. IRSE Green Booklet 17, hoofdstukken 3.2 en 4.5
  5. Op de Rails 48 jaargang 1980 hoofdstuk 8.3.4


Laatste aanpassing: 16 februari 2024