Hieronder worden de benamingen van wisselonderdelen van een enkel wissel in het Nederlands, Duits en Frans-Engels weergegeven

Wissel benaming onderdelen 800px
Nederlandse benamingen wisselonderdelen

wisselonderdeel benamingen duits
Duitse benamingen wisselonderdelen

wisselbenaming onderdelen en-fr-squashed-1
Franse en Engelse benamingen wisselonderdelen

jargon



Tong en tongbeweging
De linkertong, vanaf de voorkant van het wissel gezien, vormt samen met de linkeraanslagspoorstaaf, de linkertongbeweging. De andere is dan uiteraard de rechtertongbeweging.

Aanliggen en aanslagspoorstaaf
Ligt een tong tegen de aanslagspoorstaaf, dan wordt deze de aanliqgende tong genoemd, de andere is dan de afliggende tong. Wanneer het wissel wordt omgelegd, dan zal de eerst afliggende tong aanliggend geworden zijn en de aanliggende tong afliggend.

Glijdstoelen
Om de beweging van de tong gemakkelijker te maken, zijn onder de tongen zgn. glijdstoelen aangebracht. Dit zijn vlakke stalen platen waar de aanslagspoorstaaf op bevestigd is en de tong overheen kan schuiven.

Hefinrichting
De tongen zijn aan de spitsen voorzien van een hefinrichting. Dit vermindert de wrijving van de tong op de glijdstoelen tijdens het omleggen en verzekert mede het op zijn plaats blijven van de tong tijdens berijden van het wissel. Overigens lijken deze hefbewegingen typisch Nederlands en zijn ze niet altijd te combineren met bepaalde vormen van wisselaandrijving en tongenvergrendeling. Ze worden dan ook wel weggelaten.


Tegen de punt berijden en uitrijden
Rijdt een loc of trein eerst over de wisseltongen en daarna over het puntstuk (dan bepaalt de stand van het wissel waar de trein heengaat) dan heet dat 'het wissel tegen de punt in berijden'. Rijdt een trein eerst over het puntstuk en daarna over de wisseltongen (dan moet het wissel in de juiste stand staan) dan heet dat 'het wissel met de punt mee berijden'. Rijdt de loc of trein tegen de punt in en kan de loc of trein rechtdoor rijden óf naar links afbuigen, dan is het een 'links wissel'. Kan de loc of trein rechtdoor rijden óf naar rechts afbuigen, dan is het een 'rechts wissel'.
De beweegbare onderdelen die de trein van het ene naar het andere spoor leiden, worden wisseltongen genoemd. Waar het linker-'been' van het rechterspoor en het rechter-'been' van het linkerspoor elkaar kruisen, bevindt zich het puntstuk). De spoorstaaf tegenover het puntstuk is op die plaats voorzien van een strijkregel om ontsporingen te voorkomen.

Puntstuk
Een puntstuk in een spoorwegwissel is het punt waar twee spoorstaven elkaar kruisen, ook wel wisselhart genoemd. Deze plaats is door het onderbreken van de spoorrail gevoelig voor ontsporingen. Ook slijtage komt op deze plaats veel voor, doordat de wielen van de trein na de onderbreking van de rail vaak lager zitten dan de rail. Hierdoor botst het wiel tegen het puntstuk, wat bij sommige reizigerstreinstellen in de trein zelf goed hoorbaar is, in de vorm van een doffe klap.
Bij wissels met een zeer kleine wisselhoek (1:34,7 en 1:39) heeft het puntstuk beweegbare onderdelen. Een dergelijk puntstuk wordt zwaar beschadigd als het wordt opengereden.

Strijkregel

Een strijkregel is een geleiderail die ontsporingen tegengaat. De afstand tussen een strijkregel en rail is veel kleiner dan de afstand tussen een contrarail en een rail. Een strijkregel wordt gemonteerd in wissels tegenover het puntstuk, waar de flens van het spoorwiel over een korte afstand geen geleiding heeft. Een strijkregel garandeert dan dat elk wielstel bij het puntstuk de richting volgt die door het wissel is ingesteld.

Openrijden


Als het wissel niet in de juiste stand ligt en een railvoertuig het met de punt mee passeert, dan spreekt men van het openrijden van het wissel. Tenzij een wissel openrijdbaar is ontstaat hierbij schade aan de wisselsteller en aan de verbinding tussen wisselsteller en wisseltongen, soms ook aan de tongen zelf. Soms ontspoort een trein bij het openrijden van een wissel.


Laatste aanpassing 22 november 2023